Konijnen en knaagdieren

  • Gebitsproblemen konijn
  • Maden bij het konijn
  • Met cavia of konijn naar de dierenartsenpraktijk
  • Konijnen en voeding

Gebitsproblemen konijn

Gebitsproblemen konijn

Bij konijnen en knaagdieren kunnen tandproblemen in eerste instantie vaak onopgemerkt blijven, omdat het gebit door de relatief lange kop en de kleine mondopening voor het grootste gedeelte verborgen wordt. Weliswaar hebben zij niet zozeer last van tandplak of tandsteen, maar wel van scheefgroei van de snijtanden en kiezen.

Scheefgroei

Doordat bij konijnen de tanden door blijven groeien gedurende het leven, is het essentieel dat deze dieren blijven eten om te zorgen dat de tanden en kiezen regelmatig afslijten. Als een konijn stopt met eten ten gevolge van pijn of ziekte, zal geen afslijting plaatsvinden. Scheefgroei is het gevolg waarbij tanden en kiezen niet meer op elkaar aansluiten. Het gevolg dáárvan is dat ze op een gegeven moment niet meer kúnnen eten. Scheefgroei kan ook een aangeboren afwijking zijn. Het is belangrijk om het gebit van uw konijn regelmatig te laten controleren, bij voorkeur tijdens het consult van de vaccinatie.

Mogelijke symptomen die op gebitsaandoeningen kunnen wijzen

  • Het niet kunnen eten terwijl er wel interesse is voor voedsel
  • Heel veel speekselen/kwijlen
  • Rood en ontstoken tandvlees
  • Zwellingen aan de kop
  • Slechtere conditie, bijvoorbeeld slechte vacht
  • Vermageren
  • Slechte adem

Mocht een behandeling noodzakelijk zijn dan wordt dat met u overlegd. Omdat een goede gebitsinspectie bij konijnen alleen mogelijk is onder verdoving, maken we hiervoor een aparte afspraak. Het totale gebit wordt beoordeeld en eventueel noodzakelijke behandelingen worden uitgevoerd.

Maden bij het konijn

Maden bij het konijn

Myiasis, vliegenlarveziekte of huidmadenziekte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de larven (maden) van een aantal soorten vliegen.

De vlieg legt duizenden eieren, bij voorkeur, in een onreine omgeving zoals aangeplakte ontlasting rond de anus of andere vuile plekken op het dier, die onder optimale omstandigheden binnen 24 uur omvormen tot maden.

De schade wordt niet direct door de made veroorzaakt. De made kan geen levend vlees eten, maar scheidt stoffen af die tot weefselafsterving leiden en het vlees doet rotten. Daarna kan de made het dode en rottende vlees wel eten.

Voorkomen van maden op uw dier

Er bestaan effectieve sprays voor op de huid en vacht om de eieren en larven te bestrijden. Het beste is om de spray voorbehoedend te gebruiken zodat de eieren en larven langer in contact komen met het middel. Insecten zullen niet volwassen worden en er komen geen nieuwe maden bij.

Start met een behandeling in de late lente of de vroege zomer ruim voor de piek-periode. Broeierig en vochtig warm weer zijn situaties voor extra aandacht. Dan is het verstandig ook al eerder, bijvoorbeeld in de lente, met de behandeling te beginnen.

Zeker bij konijnen die gevoelig zijn voor aankoeken van de ontlasting, snel vachtklitten hebben of zich niet goed schoon kunnen houden is het gebruik van een spray sterk aan te raden.

Behandeling

Advies

Het advies is om konijnen in de zomer minimaal twee maal per dag te controleren omdat myiasis heel snel kan ontstaan. Door gebruik te maken van de spray wordt het risico aanzienlijk verlaagd. Maar controle blijft erg belangrijk!

Vacht goed schoonmaken

De vliegeneitjes worden gelegd in de aangekoekte vacht of wond. Voor een goed resultaat van de behandeling met een spray, moet de vacht daarom eerst schoon gemaakt worden. Aangekoekte ontlasting, losse haren en klitten moeten dus verwijderd worden, voor een optimale werking van het middel.

Toch maden

In geval een dier toch door maden is aangetast, is een uitgebreide behandeling nodig. Het uitspoelen en uitkammen van de maden en schoon maken van de wond is het eerste wat u zelf kan doen. Vaak ontstaat er daarna een bacteriële infectie met alle gevolgen van dien. Daarbij is myiasis pijnlijk, dus een pijnstiller is naast antibiotica en eventueel infuus, vaak onderdeel van de behandeling.

Te laat

Aangezien konijnen prooidieren zijn en, meestal in geval van nood, stil op hun plaats blijven zitten in hun hok of ren, komt het niet zelden voor dat myiasis pas in een (te) laat stadium bij ons aangeboden wordt. Helaas komt het dus zeer regelmatig voor dat de situatie al dermate levensbedreigend is geworden dat we moeten besluiten om tot euthanasie over te gaan.

Onderliggende oorzaken

Vaak is er een onderliggende oorzaak waarom de maden op een dier zitten. Bijvoorbeeld:

  • Urinewegproblemen zoals blaasgruis, blaasstenen of blaasontsteking, hierdoor raakt het gebied rondom de anus en de lies bezoedeld.
  • Darmproblemen waardoor de ontlasting geen stevige keutels meer zijn (coccidiose, wormen, verkeerde voeding, gebitsproblemen etc.)
  • Te dikke konijnen, oude konijnen en konijnen met rugklachten hebben een verhoogd risico op myiasis omdat zij zich niet goed kunnen schoon houden.
  • Wonden, bijvoorbeeld door vechten, kunnen vliegen aantrekken.
  • Een vies verblijf met veel aangekoekte ontlasting en urine verhoogt het risico op myiasis.

Met cavia of konijn naar de dierenartsenpraktijk

Met uw cavia of konijn naar de dierenartsenpraktijk

Cavia's en konijnen zijn echte groepsdieren en voelen zich prettig als ze met z'n tweeën of met meerdere dieren bij elkaar worden gehouden. Gelukkig wordt dit ook steeds vaker door eigenaren gedaan. 

Heeft u twee cavia's en/of konijnen en moet één van hen naar de dierenarts voor een controle of operatie? Het is dan voor uw dieren het prettigst als u beide dieren meeneemt. Alleen indien dit voor u mogelijk  is, natuurlijk.

Waarom de dieren samen vervoeren naar de dierenarts

Stress verminderen

Voor veel cavia's en konijnen kan het zeer stressvol zijn om bij hun maatje weg te gaan. Door beide dieren mee te nemen, kunt u deze stress verminderen.

Gedragsproblemen voorkomen

Het meenemen van beide dieren naar de dierenartsenpraktijk kan ook helpen voorkomen dat er gedragsproblemen ontstaan bij thuiskomst.

Konijnen en cavia's communiceren namelijk mede door middel van geur en wanneer één van hen bij de dierenarts is geweest, ruikt hij anders. Hierdoor kan het voorkomen dat de dieren elkaar niet meer herkennen en agressief gedrag naar elkaar toe gaan vertonen.

Vervoer naar de dierenarts

  • Tijdens het vervoer raden wij u aan om een antislipmatje in het mandje/kooitje te leggen zodat de dieren minder uitglijden.
  • Het is ook fijn om een handdoek in het mandje te leggen zodat de dieren zich kunnen verstoppen indien zij daar behoefte aan hebben.

Voor meer informatie kunt u natuurlijk contact opnemen met onze assistentes via telefoonnummer 055 ‑ 521 52 14.

Konijnen en voeding

Konijnen en voeding

Het is van cruciaal belang om uw konijnen voornamelijk te voeden met hooi en groene groenten – deze zijn rijk aan vezels.

Voeding met weinig vezels en veel koolhydraten zoals konijnenmuesli (mengvoer) kan tot gevolg hebben dat uw konijn last krijgt van:

  • Zijn tanden
  • Abcessen in het gezicht
  • Zere ogen en bindvliesontsteking
  • Overgewicht
  • Maag-darmaandoeningen zoals diarree en inactieve darmen.

Een juist dieet is essentieel voor de gezondheid van uw konijnen, met name voor de tanden en de spijsvertering.

Het voeren van konijnen is niet moeilijk. Zorg voor een onbeperkte hoeveelheid hooi van goede kwaliteit – eventueel aangevuld met een kleine, afgemeten hoeveelheid droogvoer – en schoon, vers water.
Tussendoortjes moeten tot een minimum beperkt worden en moeten dan in ieder geval gezond en natuurlijk zijn.

 

Gras en hooi

Het beste voedsel voor konijnen is hooi (gedroogd gras); het bevat veel vezels, niet te veel eiwit en weinig vet. Het grootste deel van het voedsel van konijnen die als huisdier worden gehouden moet bestaan uit hooi van goede kwaliteit. Dit moet onbeperkt beschikbaar zijn.

Het eten van dit vezelhoudende voedsel houdt uw konijnen bezig en voorkomt dat zij zich vervelen. Hooi kunt u in een hooiruifje of netje doen om vuil worden te voorkomen en ervoor te zorgen dat uw konijnen er langer van kunnen eten. Ook zijn er lekkere, gedroogde grasproducten verkrijgbaar die hun kleur behouden.

Hooi moet onbeperkt beschikbaar zijn voor uw konijn!

Groenvoer

Bladgroenten zijn goed voor konijnen van alle leeftijden en moeten elke dag gegeven worden. Daarbij is variatie erg belangrijk. Pas gespeende jonge konijnen moeten geleidelijk aan nieuwe groenten kunnen wennen. Alle groenvoer moet eerst worden gewassen voor u het aan uw konijnen geeft.

Niet voeren: koolsoorten zoals boerenkool, spitskool, rode kool, spruitjes e.d. Deze groeten kunnen gasvorming in de maag en darmen veroorzaken.

U kunt uw konijnen ook wilde planten zoals braamstruiken, kruiskruid, muur- en paardenbloemen voeren als u die kunt vinden.

Voorbeelden van groene groente:

  • Broccoli
  • Andijvie
  • Snijbiet
  • Peterselie
  • Waterkers
  • Bladselderij
  • Witlof
  • Roodlof
  • Zuring
  • Basilicum en andere kruiden 
  • Het loof van wortels en bietjes

Droogvoer

Veel konijnen die droogvoer krijgen (grof mengvoer of gemengde granen) eten alleen bepaalde bestanddelen daarvan. Doordat ze de lekkere dingen eruit kiezen en wat ze niet lekker vinden laten liggen, wordt hun voeding onevenwichtig en krijgen ze niet genoeg vezels, eiwitten, calcium en fosfor binnen. Dit kan tot veel problemen leiden, met name tandproblemen.

De voorkeur wordt daarom gegeven aan pellets van goede kwaliteit, omdat elke korrel daarvan alle benodigde voedingsstoffen bevat. Geef nooit onbeperkt droogvoer door de voederbak voortdurend bij te vullen. Een goede vuistregel is maximaal 25 gram droogvoer per kg lichaamsgewicht per dag, waarbij benadrukt moet worden dat hooi onbeperkt aanwezig moet zijn en het grootste deel van de voeding uitmaakt. Lees altijd de instructies van de fabrikant. Veel volwassen konijnen hebben eigenlijk helemaal geen droogvoer nodig, zeker niet als ze te zwaar zijn.

Zeer jonge konijnen en konijnen in de groei hebben andere eiwitbehoeften dan volwassen konijnen. Voor jonge konijnen zijn speciale voeders verkrijgbaar, maar ook hier geldt dat hooi van een goede kwaliteit het grootste deel van de voeding moet uitmaken

Vraag bij twijfel uw dierenarts om advies over de voeding van uw konijnen.

Het overvoeren van volwassen konijnen met droogvoer is een veel voorkomende oorzaak van ziekten zoals: 

  • Overgewicht
  • Hart- en leveraandoeningen
  • Chronische diarree
  • Tand- en nieraandoeningen.

En (zoete) tussendoortjes?

Tussendoortjes met veel vet of zetmeel mogen met mate gegeven worden omdat ze overgewicht of spijsverteringsproblemen kunnen veroorzaken.

Hierbij gaat het onder meer om honingstokjes, bonen, erwten, maïs, brood, ontbijtgranen, biscuitjes, noten, zaden. 

Fruit is ook een tussendoortje en mag dus ook slechts met mate gegeven worden, omdat het rijk is aan suikers en maag-darmklachten en tandproblemen kan veroorzaken.

De beste tussendoortjes zijn gezonde tussendoortjes, zoals kleine hoeveelheden van een favoriete groente of favoriet kruid.

Deze vormen een extra bron van vezels voor uw konijnen.

Om de tanden af te slijten en voor geestelijke stimulatie kunt u uw konijnen twijgjes of takjes geven. Ze vinden het leuk om op de bast te knagen en de takjes te ontschorsen.

Over het algemeen kunt u takjes geven van elke boom waarvan de mens fruit eet, zoals appel, peer, pruim, haagdoorn, meidoorn en wilde roos.

Controleer wel of de boom niet met chemicaliën is bespoten.

Waar moet ik verder nog aan denken?

Voorkom plotselinge veranderingen in voeding. Als u iets wilt veranderen, doe dit dan geleidelijk over een aantal dagen of weken. Begin met kleine hoeveelheden van het nieuwe voedsel en geef daarna steeds meer, waarbij u tegelijkertijd het oude (ongewenste) voedsel afbouwt. Hooi moet onbeperkt aanwezig zijn, vooral bij net gespeende konijnen is dit belangrijk.

Als jonge konijnen gespeend worden en naar een nieuwe eigenaar verhuizen, kunnen plotselinge veranderingen in voeding of een gebrek aan vezels in combinatie met de stress van de verhuizing ziekten veroorzaken of zelfs de dood tot gevolg hebben. Wanneer u dus een nieuw konijn koopt, is het belangrijk uit te zoeken wat het dier altijd heeft gegeten en veranderingen geleidelijk in te voeren.

Als u het juiste voer geeft, zijn voedingssupplementen zoals vitamines en mineralen over het algemeen niet nodig. Deze mogen alleen op aanraden van een dierenarts worden toegediend.

Vers drinkwater moet onbeperkt aanwezig zijn. Flesjes zijn gemakkelijker schoon te houden dan waterbakjes. Ook wordt bij het gebruik van flesjes de wam (huidplooi onder de kin bij voedsters) niet vochtig, zodat huidontsteking wordt voorkomen.

Geef uw konijnen nooit met rijp bedekt of beschimmeld eten of gemaaid gras!

Dit kan ernstige maag-darmklachten veroorzaken.

Terug naar Informatie
Terug naar boven